Beaujolais voor dummies
Beaujolais, de zuidelijkste regio van de Bourgogne. Deze regio staat garant voor super fruitige, lichte rode wijnen. Ze wordt onderverdeeld in Haut-Beaujolais en Bas-Beaujolais. Hoe worden de wijnen getypeerd, wat is het verschil tussen de appellaties en hoe komen de wijnen tot stand? Het antwoord op deze vragen, lees je in onze nieuwe blogpost, vers van de pers!
Beaujolais, een parel in het zuiden van Bourgogne
Situering en geschiedenis
Beaujolais is de meest zuidelijke appelatie in Bourgogne. Ze bevindt zich op de westoever van de Saône, die ontspringt in de Vogezen en uitmondt in de Rhône ter hoogte van Lyon.
Beaujolais wordt geflankeerd door het wijngebied Macônnais en de andere kant de banlieus van Lyon. Het gebied is iets meer dan vijftig kilometer lang en ongeveer vijftien kilometer breed en is goed voor zo’n 22.000 hectare aan wijngaarden.
De appelatie wordt in twee gedeeld door de rivier Nizerand. Het noordelijke gedeelte wordt Haut-Beaujolais genoemd, het zuidelijke Bas-Beaujolais. Haut-Beaujolais omvat alle cru’s, zoals Fleurie, Saint-Amour, Julienas, Brouilly, Chiroubles, Régnié, Morgon, Moulin-à-Vent, en Chenas. In Bas-Beaujolais kan je de Beaujolais-Villages terugvinden alsook de ster van deze blog, de Beaujolais-Nouveau.
De naam Beaujolais is afkomstig van de gemeente Beaujeu. Het gebied was oorspronkelijk een baronie vanaf het jaar 900 en in het bezit van de graafschappen Lyon en Forez. Rond 1400 werd de streek overgedragen aan het huis Bourbon, die het omstreeks 1531 moest afstaan aan de Franse koning. Zijn familie zwaaide de scepter in de streek tot aan de Franse revolutie.
De wijnen en productie ervan
De regio wordt gekenmerkt door een relatief koel/gematigd klimaat, ideaal voor de aangeplante druivensoort Gamay (dit is tevens de enige toegelaten soort voor de productie van rode wijn). In Haut-Beaujolais bevinden de stokken zich op een granieten bodem. Daarentegen wordt Bas-Beaujolais gekenmerkt door een bodem met kalk, leem en zand. De druif kenmerkt zich door een uitgesproken fruitigheid met tonen van vooral rood fruit (lees: rode kersen en frambozen). Men kan een gebalanceerde wijn met mooie, verfrissende zuren en zachte tannines verwachten.
In de Haut-Beaujolais worden de wijnen op de traditionele manier geproduceerd. De druiven worden handmatig geplukt (verplicht in de regio) en zo snel mogelijk naar de kelders getransporteerd. Doet men dit niet, dan kan de warme middagzon ervoor zorgen dat de geplukte maar beschadigde druiven reeds beginnen te oxideren alvorens ze de kelders bereiken. Dit komt het smaakprofiel van de wijn uiteraard niet ten goede.
De vergisting gebeurt bij een tamelijk hoge temperatuur (28° tot 30° C) gedurende een tweetal weken, de wijn zal (meestal) een alcoholgehalte rond de 13° hebben.
Na het persen worden de wijnen overgebracht in vaten, waar een malolactische gisting plaatsvindt. Deze gisting zorgt ervoor dat de agressievere appelzuren omgezet worden in ronde en zachtere melkzuren. Als laatste volgt de soutirage, het overhevelen van de wijn na de tweede gisting naar nieuwe vaten.
Maceration carbonique
In Bas-Beaujolais worden de wijnen op een heel andere manier geproduceerd. Men maakt er gebruik van een maceration carbonique.
De trossen worden in hun geheel in de gistingstank gebracht. De onderste trossen worden gekneusd door het gewicht van de bovenliggende. Hier vindt een normale fermentatie plaats door middel van de aanwezige gistcellen op de schillen. De trossen erboven worden in hun geheel gefermenteerd, de aanwezige koolstofdioxide baant zich een weg door de schillen en laat de druiven als het ware langs binnenuit gisten.
Hierdoor ontstaat een extreem fruitige wijn met lage zuren en bescheiden tannines.
Deze wijnen worden traditioneel de derde donderdag van november om 12u01 op de markt gebracht en lenen zich onmiddellijk tot degustatie.
Reacties
Wees de eerste om te reageren...