De term "Abouriou" komt uit het Occitaans en betekent 'vroegrijp', wat verwijst naar de capaciteit van deze druif om snel te rijpen. Het lijkt erop dat deze druivensoort voortkomt uit natuurlijke kruising, maar genetische analyse heeft geen duidelijke verwantschap kunnen vaststellen. Tegenwoordig vinden we deze druif "uitsluitend" in Lot-et-Garonne, de oorspronkelijke bakermat.

De Abouriou-druif gedijt goed onder invloed van een mild en vochtig oceaanisch klimaat, met warme en drogere zomers. De geselecteerde wijngaarden voor deze wijn zijn verdeeld over verschillende terroirs, waarbij 60% op klei-kalksteenbodems liggen (linkeroever van de Garonne) en 40% op grindachtige bodems (rechteroever van de Garonne). De wijnstokken zijn gemiddeld tussen de 20 en 30 jaar oud.

Wat betreft de vinificatie en rijping, worden de druiven geoogst in midden september. De Abouriou-druif bevat veel tannines, en het doel is om de rijpe tannines uit de schil te extraheren zonder de scherpe tannines uit de pitten te halen. Daarom vindt er een koude maceratie vóór de gisting plaats, zodat de extractie zacht en gecontroleerd is. De alcoholische fermentatie vindt vervolgens plaats bij 25°C. De wijn wordt vervolgens gedurende 10 maanden gerijpt, waarbij 25% in eikenhouten vaten wordt gerijpt en 75% in roestvrijstalen tanks.

Bij het proeven van deze wijn wordt het karakteristieke aroma van het Abouriou-druivenras waargenomen, met een neus van fruit. De mond is vol en stevig met frisse tonen van zwart fruit (bramen, zwarte kersen, sleedoornbessen). De goed begeleide tannines zorgen voor een aangenaam tactiel gevoel en een mooie lengte.

De ideale serveertemperatuur voor deze wijn is 16°C.Hij gaat uitstekend samen met gerechten zoals gebraden rood vlees, wild, eendenborst, rundvlees, gebakken eekhoorntjesbrood met knoflook, stoofschotels, lamsvlees, tajines en krachtige kazen van koemelk (zoals Époisses en Pont l'Évêque).